Leven zonder stroom. Hoe deden ze dat vroeger?

Ik was er niet bij. Ken alleen de verhalen. De verhalen van een stroomloze parallelle werkelijkheid. Een andere energie.

Ineens begrijp ik waarom die huisjes vroeger zo klein waren. Dichtbij elkaar zitten rond de kolenkachel hield je lekker warm. Bovendien kon je elkaar goed verstaan als je samen de dag doornam.
De dag van toen. De dag die begon nadat je was gewekt door de haan of het zonnegloren. De dag van lange noeste arbeid met de ventkar en de handwas. De dag die eindigde bij zonsondergang en nog even gerekt werd bij kaarslicht en een radio op batterijen.

Niemand voelde zich ooit onthand.

Anders dan de dagen van nu. Waarop de zus wordfeut met de broer die beneden op de loungebank hangt. Terwijl ze gek worden van de boerderijdieren die roepen vanuit de I-pad. Het is weer Hay Day.
Maar o wee.

Zonder het digitale aanbod voelen we ons onthand.

Stroomstoring in geheel Noord-Holland en daarbuiten. Ineens besef je weer hoeveel we vanzelfsprekend vinden. En hoeveel we zijn verleerd. Hoezo onthand? Je hebt er toch twee. Opruimen en schoonmaken kan altijd. Maar dat lag niet in de planning. Als computers, telefoons en mobiele apparaten stilzwijgen, is de wereld onthand.

Dan maar koffie. O nee, geen stroom.
Dan maar een ketel op het vuur.
Lucifers? Check!
Een ketel? Ehhh….
Pannetje? Check!
Losse koffiefilterhouder? Ehhh….
Dan slopen we het koffiezetapparaat.
Moet je wel het lipje vasthouden.
Kwartiertje mooi zitten en dom kijken.
Meditatiemomentje. Als je de opkomende irritatie kunt onderdrukken.

Koffie klaar? Check!
Koffie koud? Ook!
Dan maar thee.
Pannetje water opnieuw op het vuur.
Hebben we geen oploskoffie?
Een blik in de kast van voorraad
Het blijkt een kijkje in de kast van overdaad.
Verhongeren zullen we niet.
Geen oploskoffie. Dat ook niet.
Wel chocolademelk. Over de datum.
Moet kunnen. Die datum hadden ze vroeger ook niet.

Inmiddels hebben we ons van het kantoor naar het achterhuis verplaatst. Het is koud in huis. Zelfs de zon lijkt uit. We hebben behoefte aan contact met de buitenwereld. Hoe werkt dat zonder apparaten? Kinderen spelen op het schoolplein. Zij hebben niets in de gaten. Nog niet, denk ik.

Een vriend belt aan.

‘Gluren bij de buren’ noemt hij het. Gedeelde smart en gedeeld leedvermaak. Ook hij drinkt muffige overtijdse chocomel. Lauw inmiddels. We lachen om de belachelijkheid van de situatie. Wat zijn we toch onthand. We praten over vroeger. Bewondering met terugwerkende kracht. We praten over later. Het verband tussen stroomstoring en een babyboom. We laten het aan ons voorbij gaan. Onthand de liefde bedrijven is ook zo wat.

We praten over nu. In de verte vliegt een helicopter. We vragen ons af hoeveel mensen acute hulp behoeven, maar onbereikbaar zijn.
We praten over het vliegtuig in Frankrijk. Over hoe ongeluk altijd in drieën komt. Is dit ongeluk? We vinden van niet. Niet voor ons.

Onthand zijn is wel fijn.

Dan toch weer dat ongeduld. Hoe lang duurt dit nog? Er is behoefte aan informatie. Details.
Radio? Check!
Batterijen? Check!
Geluid? Ehhh…
Leeg.
Naar de supermarkt?
Dicht.
Wat nu?
De knijpkatradio!
Waar is de knijpkat!
Wonderbaarlijk snel wordt het stoffige beestje opgediept en aangeslingerd.
Het nieuws spreekt steeds 2 zinnen.
Iets met Nuon, brand of een defect.

Ons mankeert niets. We zijn slechts onthand. Door overmacht overmand. Accepteer wat je niet kunt veranderen, denk ik. Naarmate de minuten verstrijken voelt het steeds prettiger. Een aangenaam vacuüm in de tijd. We schrikken op uit onze haast verlamde staat van zijn door het piepen van de koelkast.
De wereld gaat weer aan.

In plaats van op te springen, blijf ik nog even vastgeplakt aan mijn stoel. Alles is vertraagd. De lucht is vol lome energie.

Ik voel me net een knijpkat. Wie slingert mij weer aan?

De vriend vertrekt richting supermarkt. Alle mobiele apparaten trillen en bliepen. De raderen van onze stroomrijke werkelijkheid draaien weer. Schoorvoetend gaan we terug naar het kantoor.
We hebben tijd verloren. Of hebben we het juist gewonnen?

De digitale klokken staan op 00.00. De tijd is gereset, denk ik.
Ik blijf nog even parallel. In mijn lome energie. Het is tenslotte bijna weekend.